Met drie proefopstellingen op drie locaties in het land willen onderzoekers de methaanuitstoot uit de externe mestopslag in kaart brengen. Dit gebeurt in het kader van het klimaatonderzoek, in opdracht van het ministerie van LNV. Ondanks de kinderziektes zijn de eerste resultaten met het affakkelen van biogas uit de mestzak hoopgevend.

In de strijd tegen de opwarming van de aarde is de landbouw aan zet, zo is afgesproken aan de Klimaattafels. De Nederlandse landbouw wordt verantwoordelijk gehouden voor ongeveer 14 procent van de totale uitstoot. Het gaat met name om drie boosdoeners: CO2 dat vrijkomt bij de verbranding van fossiele brandstoffen, lachgas (N2O) dat bij bodembewerking, bemesting en mestopslag vrijkomt en methaan (CH4).

Methaan is als broeikasgas 25 keer sterker dan kooldioxide. Bijna de helft van de emissie op een melkveebedrijf is toe te schrijven aan methaan. Zo’n driekwart komt vrij door de pensfermentatie en een kwart borrelt op door fermentatie van mest, met name in de opslag.

Met die laatste bron van broeikas is projectleider Roland Melse van Wageningen University & Research (WUR) druk in de weer. Als mest op het land wordt uitgereden, zorgen bodembacteriƫn voor een snelle afbraak van organische stof naar hoofdzakelijk CO2. Maar zolang de mest is opgeslagen, wordt er methaan gevormd dat vroeg of laat onbenut in de atmosfeer verdwijnt. Projectpartners zijn Schuttelaar & Partners, Oonkay en Projecten LTO Noord.

Lees meer